Elke keer zijn er 4 dierenkaarten: 2 kijken naar links, 2 naar rechts. Leg alle kaarten met de afbeeldingen omlaag op tafel. Elke speler draait om de beurt 2 kaarten naar keuze om. Als hij 2 identieke kaarten omdraait (bijv. beide apen die naar links kijken), wint hij het paar en mag hij opnieuw spelen. Zo niet, dan draait hij ze weer om. De speler die de meeste paren heeft verzameld, wint het spel. Voor jongere kinderen kan het spel eenvoudiger worden gemaakt door geen rekening te houden met de kijkrichting.